Op pad met de Glacier Express
Na 28 jaar in de algemene praktijk en 12 jaar als endodontoloog, heb ik op 6 juli 2022 mijn carrière als tandarts beëindigd. Van Proclin Rotterdam, de praktijk waar ik de laatste 12 jaar gewerkt heb, kreeg ik als afscheidscadeau een volledig verzorgde reis, samen met mijn vrouw, met de Glacier Express, in de Excellence Class, cadeau. Hierbij een verslag van deze reis.
Op dinsdag 27 september vertrokken we vanaf Rotterdam Alexander met de trein naar Utrecht. Ik kan mij de tijd niet heugen dat we in een trein gezeten hebben, behoudens, uiteraard, de treinreis met de DFB, voorafgaand aan week 34. Helaas had de ICE in Utrecht al een kwartier vertraging. Bij de grens is het mondkapjes op, in Duitsland is dat een plicht in het OV. Gelukkig werd onderweg naar Basel de tijd in zoverre ingelopen, dat we precies onze aansluiting naar Bern konden halen. Via Thun, Spiez en Visp naar Zermatt. We hadden een luxe kamer in hotel Excelsior. Mocht je ooit zelf nog eens in Zermatt komen: de raclette bij Swiss Chalet is zeer aanbevelenswaardig.

Woensdag 28 september was de grote dag. In Zermatt begon de dag met lichte regen. Na het ontbijt naar het station gelopen. Op het perron werden de koffers ingenomen en we werden naar onze plekken begeleid. Slechts 20 personen in de Excellence Class, die elk een (uiteraard elektrisch) verstelbare lederen fauteuil hebben, en daarnaast 2 man personeel om iedereen van een natje en droogje te voorzien. Verder heeft iedereen een eigen iPad ter beschikking, waarop de reis gevolgd kan worden en wetenswaardigheden opgezocht. In de wagon bevindt zich ook de Glacier bar. Uiteraard vertrekt een trein in Zwitserland stipt op tijd.


Vrijwel direct na het vertrek uit Zermatt volgt het eerste stuk spoor met tandrad, om de steile hellingen te overwinnen. De MGB (Matterhorn-Gotthard Bahn), die in eerste instantie de dienst van de Glacier Express uitvoert, maakt gebruik van het systeem Abt, met 2 rijen verspringende tanden. In het Mattertal bleef het regenen en de bewolking hing behoorlijk laag. Hoger op de almen was duidelijk sprake van verse sneeuw. Vanuit het Mattertal kwamen we het Rhonedal in. Voor 10 uur werden de passagiers al getrakteerd op een glas champagne. Pas in Brig was de eerste stop. Hier kwamen nog wat laatste passagiers aan boord. Een van de geneugten van de Excellence Class is een 7-gangen diner, wat gedurende de rit geserveerd wordt. Per gang gecomplementeerd met een bijpassend glas wijn. De kwaliteit van de gerechten was fenomenaal, een ster waardig, met daarbij ook nog de wetenschap dat de keuken zich in een rijdende trein bevindt! De eerste gang werd vlak na Brig geserveerd.
Verder het Goms in werd het droger, hoewel uiteindelijk in de omgeving van Oberwald het weer wat ging regenen. Gezien de sneeuwgrens daar ter plaatse, lijkt het waarschijnlijk dat het in Gletsch wit was. Aan de andere kant van de tunnel, bij Realp, lag de sneeuwgrens weer beduidend hoger. De volgende stop was in Andermatt. We moesten hier tevens wachten op een Glacier Express uit tegengestelde richting. Na Andermatt volgt de steile klim (met tandrad uiteraard) richting de Oberalppas. Tijdens de klim ging, naarmate we hoger kwamen, de regen over in sneeuw en op de pas was er echt een witte wereld. Na de pashoogte volgt een lange steile afdaling in de Calmot tunnel, en toen we uit de tunnel kwamen, zaten we weer in een groene wereld. Geleidelijk aan brak de lucht ook open en kregen we ook de zon nog te zien.
In Disentis volgde een volgende stop, hier werd onze loc afgekoppeld en het vervolg van het traject werd de trein getrokken door een loc van de Rhätische Bahn. De reden hiervan is dat waar de MGB gekozen heeft voor het gebruik van tandrad bij de steilere stukken, de Rhätische Bahn dit gedaan heeft met verlenging van het spoor, met meerdere keerlussen. Het resultaat blijft hetzelfde: je komt boven. Vanaf Disentis wordt afgedaald in het dal van de Vorderrhein. Vanaf lanz begint de Rheinschlucht, wanden tot 400m hoog en op de bodem net plaats voor het water en spoor. Vlak voor Reichenau wordt de Schlucht verlaten en komen de Vorderrhein en Hinterrhein samen. De Glacier Express rijdt vervolgens door naar Chur voor de volgende stop. Hier wordt de loc omgelopen naar het andere eind van de trein.


Na de stop in Chur wordt in eerst instantie teruggereden naar Reichenau, om daar het dal van de Hinterrhein in te rijden richting Thusis. Het spoor klimt gelijkmatig omhoog. Via Tiefencastel wordt het beroemde Landwasser viaduct bereikt.

Vervolgens volgt Filisur, waar een aftakking van het spoor richting Davos gaat. Richting St. Moritz volgt nu Bergün. Vanaf Bergün moet het spoor op korte afstand ruim 400m hoogte winnen, hetgeen bereikt is via meerdere keerlussen, gedeeltelijk in tunnels, waarna Preda wordt bereikt. Het spoor loopt verder via de Albulatunnel naar Spinas. Naast de huidige Albulatunnel, uit 1903, wordt momenteel een nieuwe gemaakt. Medio 2024 zou deze in gebruik genomen moeten worden. Deze voldoet aan de moderne tunneleisen en de oude tunnel gaat daarna als vluchttunnel dienen. Tussen Preda en Spinas is tevens een Europese waterscheiding: tot Preda wordt afgewaterd naar de Rijn, vanaf Spinas naar de Donau. Na Spinas is het nog een klein stukje naar St. Moritz, het eindpunt van deze rit. Zonder tandrad heeft de trein tussen Chur en St. Moritz ruim 1200 meter aan hoogte gewonnen.
Op het station stond al een taxi van het hotel klaar om ons te vervoeren. Achteraf had dit ook best te voet gekund. Na onze uitgebreide lunch/diner op de Glacier Express, kon een lichte maaltijd volstaan.
Donderdag 29 september; tijd om weer naar huis te gaan. Na een goede nachtrust en een ontbijt in het hotel, hebben we nog een stukje St. Moritz verkend. Tegen 10 uur zijn we op ons gemak naar het station gelopen. Uiteraard gaat het eerste stuk weer met de Rhaetische Bahn. We hadden de keuze om via Chur te rijden, waarbij we dit deel van het traject de tweede maal zouden rijden, of via Susch, de Vereinatunnel, Klosters, naar Landquart. We kozen voor het laatste. Daar via deze route geen plotselinge hoogteverschillen overwonnen moeten worden, daalt het spoor gestaag, zonder keerlussen. De dalen zijn gemiddeld ook wat breder. In Landquart konden we overstappen op een ICE naar Basel. In Basel stond de ICE naar Utrecht al te wachten, en deze vertrok uiteraard stipt op tijd. Mondkapjes weer op. Gedurende de rit in Duitsland ontstond er toch weer wat vertraging. Eigenlijk kan alleen tussen Frankfurt en Siegburg optimaal gebruik gemaakt worden van de capaciteiten van de ICE: het spoor is er speciaal voor aangelegd en er zijn geen stations, op verdere trajecten zijn er relatief veel stops en is er ook “hinder” van langzamere treinen.
Een geplande overstaptijd van 19 minuten in Utrecht bleek gerduceerd tot 2 minuten, net genoeg om onze aansluiting te halen. Algehele indruk is dat de DB het niet zo nauw neemt met de dienstregeling.
Terugkijkend hebben we een unieke rit meegemaakt; hoe dan ook zou een rit met de Glacier Express al de moeite waard zijn, de Excellence Class is echter de overtreffende trap. De kwaliteit van het geboden totaalpakket is fantastisch. Deze rit kan van de bucket-list, nu nog een keer hartje winter.
Hans Croes

0 Comments